Godsdienst

Voor een vrouw van deze tijd is het bijzonder te merken dat de familie Lansbergen een zeer sterke verbinding heeft met het geloof.

Rond 1600 is er een scheuring in het geloof gaande. De Lansbergen zijn katholiek.

De volgelingen van Luther en Calvijn nemen het Kethelse en Schiedamse (St Janskerk) kerkgebouw in bezit en verwijderen de ‘paepse sier’: koor, doopvontkapelletje en sacristie. De priester is gevlucht, er is geen mis en de kinderen krijgen geen godsdienstles. De kloosters zijn verboden.

In 1616 vestigt zich een pater Dominicaan in Schiedam op uitnodiging van de strijdbare burgemeesters weduwe uit een zeer invloedrijk en kapitaal-krachtige familie: Mevrouw Van der Burch. Dit wordt de eerste van een aantal dominicaanse 'staties' in de Noordelijke Nederlanden: een soort missieposten, die later uitgroeien tot parochies. De Lansbergen's van de vroegere generaties zijn allen gedoopt bij deze Dominicaanse statie.

Er is een schitterend Kerstverhaal uit 1615 

waarin Hendrick Lansbergen uit de NoordKethel polder een afspraak maakt met de priester en samen een Heilige MisOffer voorbereiden met biecht en dopen voor de katholieken uit de omgeving in z'n schuur die het land in ligt aan de Ommelaen ofwel Dammelaen. Zo worden ze niet snel 'gesnapt'.

Er wordt ook verteld over het 'ontvoeren' van de gebeente van de Maagd Liedewij en dat men daarom vanuit veiligheidsoverwegingen de gebeenten zelf heeft verplaatst.  In het document Kerstmis%201615.pdf kunt u het verhaal lezen.

De bovengenoemde Mevrouw van der Burch speelt ook een rol in het Kerstverhaal.