Lansbergen 

Zicht op 't verleden

Voor het leven.

In de 19e eeuw zijn er naast hoge cijfers voor geboorten ook hoge cijfers voor het overlijden van pasgeborenen en baby’s zichtbaar bij de Gemeentelijke Basis Administratie.

De cijfers zijn in een aantal gevallen overweldigend. Van 8 baringen blijft er 1 kind leven. Van 10 baringen gaan er 5 dood. Wat doet dit met je. Hoe kun je een zo typisch! eenentwintigste eeuw gevoel als empathie plaatsen en doorleven in deze situatie. Niet lijkt me. De bovengenoemde cijfers zijn overigens wel uitzonderlijk maar doodgaan van baby’s en kinderen is wel degelijk alom aanwezig.

Mij interesseert vooral wat dit met de mensen doet en hoe zich dit verhoudt tot emotie, liefde en hechting, een paar van de kernbegrippen van de 21e eeuw.  Richting geven aan eigen bestaan,  individualisme met competenties en welzijn zijn verder weg dan de maan. 

Eigen kring

Voor 1850 is er zo goed als geen gezondheidszorg aanwezig. Baringen vinden in ‘eigen’ kring plaats met behulp van zussen, moeders, dochters en misschien een buurvrouw.

In de omgeving rond Kethel zijn in de 19 e eeuw huwelijkspatronen zichtbaar volgens het zogenaamde agrarische ambachtelijke Europese huwelijks- en voortplantingspatroon: een hoog gemiddelde huwelijksleeftijd en een hoog % permanent vrijgezellen. Zo blijft de eigen kring groot.

Het overkomt je

Er zijn voor de huwelijkspartners nog geen voorbehoedsmiddelen voorhanden. Problemen bij de geboorte, onvolkomenheden of aangeboren lichaamszwakte zijn oorzaken voor zuigelingensterfte.

Het overlijden in het  eerste levensjaar is vooral toegeschreven aan tekortschietende hygiëne, - huisvesting en verkeerde voedingsgewoonten. Dit leidt tot problemen met de longen of ingewandsstoornissen met dodelijke afloop.

De kwaliteit van het drinkwater van de 19e eeuw is een belangrijke oorzaak voor deze ziekten en hoge sterftecijfers. Er is weinig tot geen controle op. Men haalt water uit brandkuilen waar ook dieren in worden gewassen, natuurlijk water is vaak vervuild door fabrieken, de putten en pompen staan vaak bij houten privaten (toiletten) en andere mesthopen waardoor het water mengt. Zo ontstaan epidemische ziekten maar leidt ook tot slechte voeding voor baby’s en kinderen, vooral als men melk gaat mengen met water.

Aangifte

In de 19e eeuw is er meer aandacht voor registratie dan daarvoor. Dit hangt samen met de invoering van de Burgerlijke stand in 1811 als gevolg van de code Napoleon in 1804? In 1837 is bijvoorbeeld in het Burgerlijk Wetboek artikel 52 vastgelegd waarin de aangifte van levenloze kinderen is beschreven. Er is vastgelegd hoe een ambtenaar dient te handelen als hij niet kan controleren of het kindje levenloos is geboren of dat het nog even heeft geleefd. Het lijkt mij voor de families waar deze situatie keer op keer voorkwam een uitzichtloze en machteloze situatie. Gelukkig zijn er vaak ook kinderen die wel blijven leven en de aandacht opeisen en hun weg gaan. Al met al een behoorlijk afwijkend beeld van hoe we tegenwoordig naar geboorten en het leven kijken.

Gezondheidszorg

De officiële gezondheidszorg wordt vooral lokaal bepaald en geregeld en het duurt lang voordat deze zorg het platteland bereikt. Provinciale commissies nemen toetsen af voor niet academisch geschoolden om de geneeskunde en verloskunde uit te oefenen. De bijdrage van de medische stand bij het terugdringen van het sterftecijfer ligt vooral op het verbeteren van de hygiënische zaken. Vanaf 1865 dienen dokters overlijdensaktes te tekenen en besmettelijke ziekten te melden, in 1881 is de opleiding tot vroedvrouw gestart.

Begin 1900 komen de instellingen als Wit-Gele Kruis die de gezondheidszorg bevorderen met kraamzorg, wijkkraamverpleging vanaf 1921 en Zuigelingenzorg. Later in 1930 de consultatiebureaus en de vaccinatieprogramma’s. Het duurt nog wel even voordat een ieder volmondig JA zegt tegen deze ‘bemoeienis’. 


Er heeft een revolutie plaatsgevonden en wat een vooruitgang voor het leven is er tot stand gebracht.